Jongen mondkapje corona
image/svg+xml

Juist nu extra inzetten op contact

Wilco Vrijhof is IFA coach, precies een jaar nu. Hiervoor werkte hij drie jaar in een justitiële jeugdinrichting. Toen hij de mogelijkheid kreeg om buiten de vier muren met dezelfde jongeren te werken, hoefde hij niet lang na te denken. IFA betekent intensieve forensische aanpak en zoals naam al zegt: IFA coaches zijn intensief aan het werk met jongeren (14 tot 23 jaar) die politie en justitie contacten hebben gehad. Wilco ‘heeft’ momenteel 7 jongens die hij op weg helpt naar school, werk of een woonplek, die hij helpt met solliciteren of een bankpas aanvragen of wat ook maar nodig is. En als ze toch weer in aanraking komen met politie en justitie, veroordeelt hij hen niet. In plaats daarvan probeert hij samen de balans van winst en verlies op te maken: wat leveren de keuzes die ze maken hen op? Vaak is het snelle geld snel op en betalen ze met vastzitten en het feit dat ze hun familie verdriet doen. Dit is zijn verhaal over werken in coronatijd.

Extra inzetten op contact

De impact

Ik merk dat onze jongens het wel zwaar hebben. Vooral voor de jongens met wie we bezig waren met stages of met toewerken naar werk heeft de Coronacrisis veel impact. Veel bedrijven kwamen compleet stil te liggen.

Daar komt bij dat er op dit moment heel veel mensen op zoek naar werk zijn, omdat tijdelijke contracten worden beëindigd. Jobhunters en werkgevers hebben veel meer keuze dan vóór de Coronacrisis. Dat maakt het moeilijk voor onze jongens om te concurreren.

Maar werk vinden is niet onmogelijk. Ik heb nu voor een van mijn jongens contact met een bedrijf voor een vacature als magazijnmedewerker. Het is een bedrijf met veel ouder personeel. Ze willen graag verjongen en een 17 jarige aannemen. En ze waren positief omdat deze jongere snel kan inspringen. Ook al is het om te beginnen maar voor een of twee dagen per week, omdat die werkgever niet zeker weet of hij iemand kan aannemen in deze crisistijd. Of ik dan ook vertel over de achtergrond van de jongere? Die houd ik bewust algemeen, anders sta je meteen met 3 – 0 achter.

Wat doe je anders?

De eerste paar weken konden we niet face-to-face afspreken, terwijl dat precies de kracht is van IFA. Wij begeven ons juist in de eigen leefwereld van de jongeren. Op het moment dat jongeren niet reageren op een whats app of een belletje of niet op een afspraak komen, zoeken we ze op. Ze kunnen behoorlijk hulpverleningsschuw zijn.

Juist in deze periode waarin er minder zicht is op elkaar en jongeren misschien ook wel geneigd zijn de hulpverlening te ontduiken, moet je creatief zijn in hoe je het contact vormgeeft. Als ik een jongere niet te pakken krijg, probeer ik het via zijn netwerk. In het contact gebruik ik veel humor, hou het luchtig. En ik zorg dat ik blijf aansluiten bij hun belevingswereld. Hoe is het voor jou, in deze coronacrisis? Heb je er last van? Vind je het ook wel relaxed ergens? Verveel je je? Maak je je zorgen om je oma? Houd je die afstand van anderhalve meter? Blijf je elkaar een box geven? Je probeert het heel beeldend en concreet te maken. We proberen ons bij IFA altijd te verplaatsen in de jongere en nu telt dat extra. Doelen behalen staat even niet op de voorgrond, want alles staat op zijn kop. Het is belangrijk om daar ruimte voor te maken.

Continuïteit van zorg
Ik heb het contact met de meeste van mijn jongens goed kunnen behouden. Dat komt ook omdat ik voor de Coronacrisis al een behoorlijke periode met hen aan de slag was, dus er lag een fundament, we hadden al een werkrelatie. Ik kon zeggen: het lijkt me belangrijk dat we contact houden en minstens één keer per week videobellen of gewoon bellen.

Met sommige jongens ging dat heel natuurlijk. Eigenlijk niet zo verschillend van face-to-face. Grappig, want ik had een paar jongens die dat eigenlijk nooit deden. Die waren de eerste drie minuten vooral bezig met hoe ze er zelf uitzagen. Daar maak je dan grappen over. Je staat even stil bij dat moment. Als je ziet dat het contact er is, ga je het hebben over: hoe is het met je.

En hoe gaat het met jou?

Een beetje raar. Ik ben bij IFA gaan werken omdat ik de jongeren wil opzoeken in hun eigen leefwereld. Erop uitgaan. Contact leggen en relatie opbouwen. De interactie is anders als je alleen maar belt. De jongens zijn voorzichtiger, korter in hun antwoorden. De non-verbale communicatie kan je minder goed lezen. Het was dus echt wennen en schakelen.

En ik zag mijn collega’s ook niet, alleen met videobellen. Normaal komen we elke week bij elkaar, met de drie IFA teams op dezelfde locatie, casuïstiek in je eigen team en daarna ontmoet je elkaar, lunchen we samen, praat je over hoe het gaat of waar je in het werk tegenaan loopt. Echt even een moment om op te laden en elkaar te bemoedigen in het werk. Dat viel nu weg. Met het videobellen zie je alleen je eigen team en het contact met elkaar is minder vrij. Inmiddels trekt dat wel wat bij, we zoeken elkaar meer op, bellen en vragen: ik zit hiermee, hoe zou jij dit aanpakken?

Vakmanschap in tijden van Corona

Juist nu moet je extra inzetten op het contact. De jongeren met wie wij werken, hebben vaak een snel leven. Die zoeken een directe behoeftebevrediging, zijn vaak op heel veel verschillende plekken, met heel veel verschillende mensen. En dat komt nu even stil te liggen. Ze zien minder mensen. Dat komt bij die jongeren veel harder binnen dan bij iemand in de volwassen leeftijd. Op het moment dat jij er echt bent voor die jongeren, geef je hen de kans om even hun hart te luchten. Ze worden gezien, ze mogen er zijn, ze mogen hun verhaal doen. Vanuit dat contact kun je later snel weer aan de slag, als de mogelijkheden zich verruimen.

Dit is het zesde van een reeks verhalen over Corona bij Levvel. Verhalen om de moed erin te houden, ter herkenning, om van te leren, ter inspiratie, om het gevoel van samen te versterken – en ook om een beetje vinger aan de pols te houden van hoe het gaat.

Auteur: Karin Schaafsma

Meer over Vakmanschap